In het Belgische Linkhout staat een bijzonder familiebedrijf dat al drie decennia lang geworteld is in de tuinbouw. De Linkertse Aardbeienautomaat, geleid door de 23-jarige Robbe Reijnders en zijn ouders, heeft zich in 2013 volledig toegelegd op de teelt van smaakvolle aardbeien. Hun geheim? Een slimme combinatie van technologie, aandacht voor het gewas en een directe band met de consument.
Smaak boven kilo’s
“We kiezen bewust voor rassen die uitblinken in smaak, niet in productiviteit”, vertelt Robbe. In de 1,25 hectare glazen kas en 5.000 m² plastic serre worden jaarlijks 350.000 planten geplant, goed voor een productie van 150 ton aardbeien. De rassen Elsanta, Sonsation, Karima en Parlando zijn stuk voor stuk geselecteerd op stevigheid, lange houdbaarheid en vooral smaak. “Onze klanten weten waarvoor ze terugkomen”, zegt Robbe. “Dat horen we dagelijks via onze aardbeienautomaten.”
Rechtstreeks van teler naar klant
Die automaten, inmiddels op drie locaties, zijn al twaalf jaar een begrip in de regio. Wat begon als een nieuw idee om direct aan consumenten te leveren, groeide uit tot een volwaardig verkoopkanaal. “We zien nu dat consumenten veel kritischer zijn geworden. Ze proeven het verschil. Onze automaten garanderen dat de aardbei binnen 24 uur van plant naar klant gaat.” Ongeveer 10% van de oogst gaat via de aardbeienautomaten, de rest wordt vermarkt via coöperatie BelOrta. Daar worden de aardbeien al de volgende ochtend verkocht. Maar wat daarna gebeurt, ligt buiten hun invloed: de aardbeien gaan via distributiecentra en tussenhandelaars naar de supermarkt, waar ze vaak eerst nog in het magazijn terechtkomen voordat ze de schappen bereiken. “Op die manier zijn aardbeien soms al een week onderweg – en dat proef je. Zonde, wat mij betreft. Ik geloof dat het sneller én beter kan.”
Behalve dat de aardbeien uit de automaat supervers zijn, haalt Robbe ook veel plezier uit het rechtstreekse contact met de consument. “Je hoort wat ze lekker vinden, wat beter kan en je weet dus echt voor wie je het doet.”
Uitdagingen in het kasklimaat
Naast de 1,25 hectare glazen kas teelt het familiebedrijf ook 0,5 hectare onder plastic. “Buiten telen dwingt je te accepteren wat de natuur je geeft”, vertelt Robbe. “Maar het leert je ook veel over wat er in de kas gebeurt. Alles wat je buiten ziet (wind, vocht, zon) helpt om binnen beter te sturen.” In die kas hangen sinds een jaar ClimaFlow-ventilatoren van Svensson, die een flinke stap vooruit bleken. “Ze hebben méér effect dan verwacht. In het begin van het seizoen moesten we ze zelfs wat terugschroeven, omdat jonge planten anders te veel verdampten en om de wortel de kans te geven om eerst rustig te ontwikkelen. Nu sturen we ze aan via frequentie en zo houden we het microklimaat goed onder controle. Naar ons gevoel is de plant nu veel sneller droog in de ochtend.”
Tussen hommels en bijen
Hommels zijn standaard in de aardbeienteelt, maar Robbe wil binnenkort ook bijen inzetten. Sinds kort is hij officieel imker. “Mijn vader vroeg: waarom doe je het niet zelf? En dat idee stond me wel aan. Nu heb ik vijf volken bijen en wil ik naar zeven, zodat ik ze effectief in de kas kan gebruiken. Bijen vullen hommels goed aan. Ze vliegen anders, werken sneller en zorgen ervoor dat de hommels makkelijker kunnen volgen op de piek van de bloemen.”
Lokale krachten
Goede mensen zijn onmisbaar in een aardbeienkwekerij waar het werk sterk schommelt tussen pieken en dalen. Zeker in de planttijd en oogstperiode is extra hulp nodig. Bij Linkertse Aardbeienautomaat hebben ze daar een duurzame en sociale oplossing voor gevonden. “We werken vooral met Turkse vrouwen uit de buurt, van wie de mannen vroeger in de mijnen werkten. Ze zijn ontzettend loyaal en vormen een hecht team. Voor de plantwerkzaamheden schakelen we daarnaast asielzoekers uit de regio in. Zo creëren we lokale werkgelegenheid én kunnen we bouwen op een gemotiveerd team. Daar zijn we heel blij mee.”
