De eerste vraag komt van Ronald Hoek van Blue Radix, met wie wij de vorige keer in gesprek gingen: “Met FoodVentures klaren jullie een indrukwekkende klus met meerdere productiebedrijven in verschillende landen. Ik vraag me af: hoe delen jullie best practices, verbeteringen in teeltstrategie en operatie met elkaar? Kortom, hoe leer je van elkaar binnen de club? Hoe zorg je ervoor dat je op alle locaties steeds een beetje beter wordt? En natuurlijk: kan AI-gedreven autonoom telen in jouw ogen een bijdrage leveren om deze verbeteringen te structureren en een consistente uitvoering te borgen?”

Dirk: “Een goede vraag! We hebben ervoor gekozen om op al onze locaties met dezelfde dashboards te werken. We gebruiken een aangepaste versie van het Let’s Grow dashboard, die we hebben getweakt om beter aan te sluiten bij onze manier van telen. Het belangrijkste is dat we een gedeelde taal hebben ontwikkeld. Telers kijken allemaal naar dezelfde data en spreken dezelfde ‘taal’ als het gaat om teelt. Dit helpt enorm bij het delen van best practices en het monitoren van verbeteringen, of je nu in Shanghai, Scandinavië of de VS zit. We hebben wekelijks overleg waarbij iedereen naar dezelfde datasets kijkt, wat een consistente aanpak mogelijk maakt.”

“Wat betreft AI: we zien AI als een waardevolle tool, vooral als je veel data verzamelt. Onze focus ligt nu op het verzamelen van die data en het voeren van gesprekken op basis van deze inzichten. AI kan in de toekomst zeker helpen bij het structureel verbeteren en borgen van consistentie, maar voor nu draait het vooral om het faciliteren van datadiscussies tussen onze telers.”

Hoe helpt FoodVentures om de keten tussen producent en consument te verkorten en welke voordelen biedt dit voor zowel de producenten als de consumenten?

Dirk: “Bij FoodVentures geloven we sterk in het verkorten van de keten door lokaal te produceren voor lokale markten. Dit betekent dat we geen groenten verschepen van verre landen, maar dat we juist dicht bij de consument produceren. Door onze schaalgrootte kunnen we direct aan retailers leveren, wat niet alleen de versheid en kwaliteit van de producten ten goede komt, maar ook de logistieke kosten vermindert. Voor consumenten betekent dit dat ze verse, smaakvolle producten krijgen die minder transporttijd hebben. Doordat we lokaal produceren, kunnen we ook later oogsten, waardoor de producten meer smaak ontwikkelen en langer vers blijven in de schappen.”

Hoe zorgt FoodVentures ervoor dat de lokale gemeenschappen profiteren van jullie initiatieven, met name op het gebied van werkgelegenheid en economische ontwikkeling?

Dirk: “We richten ons op lokaal produceren voor de lokale markt. We geloven niet in het verschepen van groente over lange afstanden. Onze projecten zijn altijd gericht op lokale afzet. We brengen moderne landbouwtechnieken naar gebieden waar de voedselproductie nog traditioneel is. Een goed voorbeeld is ons project in Kazachstan, waar we restwarmte gebruiken om het hele jaar door groenten te produceren. Dit vervangt de import van groenten en creëert stabiele banen in gebieden met hoge werkloosheid. Onze projecten creëren banen die veel meer zijn dan seizoensarbeid. We investeren in mensen door hen stabiele, permanente banen te bieden. We leiden lokale werknemers op en zorgen dat ze de vaardigheden krijgen die nodig zijn om in een hightech kasomgeving te werken. Maar ook in Zweden bijvoorbeeld, werken we met restwarmte die anders zou worden verspild. Hierdoor dragen we niet alleen bij aan de lokale werkgelegenheid, maar ook aan een duurzamere manier van produceren en substitueren we de import met een beter product. Dit soort projecten heeft een grote impact op lokale gemeenschappen.”

Zie je wereldwijd een groeiende vraag van consumenten naar lokaal geproduceerde producten?

Dirk: “Absoluut, wereldwijd zien we een toenemende voorkeur voor lokaal geproduceerde producten. Dit geldt niet alleen voor landen met een hoge koopkracht, zoals in Scandinavië, maar zelfs in markten als Oekraïne en Georgië, blijken consumenten bereid te zijn meer te betalen voor lokaal geproduceerd voedsel, ook al is het duurder dan geïmporteerde producten. Consumenten willen weten waar hun voedsel vandaan komt en waarderen de versheid en kwaliteit die lokaal produceren biedt.”

Wat zijn de uitdagingen en voordelen van de verschuiving naar plantaardige diëten en hoe draagt FoodVentures hieraan bij?

Dirk: “De verschuiving naar een plantaardig dieet is essentieel om de ecologische voetafdruk van ons voedselsysteem te verkleinen. We willen betaalbare, duurzame alternatieven bieden die voor iedereen toegankelijk zijn. Dat betekent dat we niet alleen schoon en veilig telen, maar ook betaalbare producten leveren met een minimale impact op het milieu. We geloven sterk in gecontroleerde teeltomgevingen waar we de productie kunnen optimaliseren en de voedselveiligheid kunnen waarborgen. Zo maken we de overgang naar een plantaardig dieet toegankelijker voor een breder publiek.”

Wat zijn de toekomstplannen van FoodVentures? Waar zie je het bedrijf over 10 jaar?

Dirk: “Onze ambitie is om een herkenbare speler te worden in de wereld van moderne glastuinbouw, vergelijkbaar met hoe je wereldwijd bepaalde hotelketens herkent. We willen het ‘Hilton’ van de glastuinbouw worden, waar klanten precies weten wat ze kunnen verwachten. Dit doen we door samen te werken met investeerders en te focussen op projecten die duurzaamheid centraal stellen, zoals onze projecten in Zweden, waar we volledig gebruikmaken van restwarmte. We groeien snel en willen in de komende jaren honderden hectares onder beheer krijgen in strategische markten zoals Scandinavië, de VS en het Midden-Oosten.”

Tot slot, de volgende kandidaat is Arnold Wittkamp​​​​, van Thursd. Welke vraag wil je hem stellen?

Dirk: “Arnold, je passie voor bloemen spat ervan af als ik naar je website kijk. Geweldig! Er is de laatste tijd veel aandacht voor de ecologische footprint van bloemen. Hoe vind jij dat de bloementelers hiermee om moeten gaan?”

Hoe zorgt FoodVentures ervoor dat de lokale gemeenschappen profiteren van jullie initiatieven, met name op het gebied van werkgelegenheid en economische ontwikkeling?

Dirk: “We richten ons op lokaal produceren voor de lokale markt. We geloven niet in het verschepen van groente over lange afstanden. Onze projecten zijn altijd gericht op lokale afzet. We brengen moderne landbouwtechnieken naar gebieden waar de voedselproductie nog traditioneel is. Een goed voorbeeld is ons project in Kazachstan, waar we restwarmte gebruiken om het hele jaar door groenten te produceren. Dit vervangt de import van groenten en creëert stabiele banen in gebieden met hoge werkloosheid. Onze projecten creëren banen die veel meer zijn dan seizoensarbeid. We investeren in mensen door hen stabiele, permanente banen te bieden. We leiden lokale werknemers op en zorgen dat ze de vaardigheden krijgen die nodig zijn om in een hightech kasomgeving te werken. Maar ook in Zweden bijvoorbeeld, werken we met restwarmte die anders zou worden verspild. Hierdoor dragen we niet alleen bij aan de lokale werkgelegenheid, maar ook aan een duurzamere manier van produceren en substitueren we de import met een beter product. Dit soort projecten heeft een grote impact op lokale gemeenschappen.”

Zie je wereldwijd een groeiende vraag van consumenten naar lokaal geproduceerde producten?

Dirk: “Absoluut, wereldwijd zien we een toenemende voorkeur voor lokaal geproduceerde producten. Dit geldt niet alleen voor landen met een hoge koopkracht, zoals in Scandinavië, maar zelfs in markten als Oekraïne en Georgië, blijken consumenten bereid te zijn meer te betalen voor lokaal geproduceerd voedsel, ook al is het duurder dan geïmporteerde producten. Consumenten willen weten waar hun voedsel vandaan komt en waarderen de versheid en kwaliteit die lokaal produceren biedt.”

Wat zijn de uitdagingen en voordelen van de verschuiving naar plantaardige diëten en hoe draagt FoodVentures hieraan bij?

Dirk: “De verschuiving naar een plantaardig dieet is essentieel om de ecologische voetafdruk van ons voedselsysteem te verkleinen. We willen betaalbare, duurzame alternatieven bieden die voor iedereen toegankelijk zijn. Dat betekent dat we niet alleen schoon en veilig telen, maar ook betaalbare producten leveren met een minimale impact op het milieu. We geloven sterk in gecontroleerde teeltomgevingen waar we de productie kunnen optimaliseren en de voedselveiligheid kunnen waarborgen. Zo maken we de overgang naar een plantaardig dieet toegankelijker voor een breder publiek.”

Wat zijn de toekomstplannen van FoodVentures? Waar zie je het bedrijf over 10 jaar?

Dirk: “Onze ambitie is om een herkenbare speler te worden in de wereld van moderne glastuinbouw, vergelijkbaar met hoe je wereldwijd bepaalde hotelketens herkent. We willen het ‘Hilton’ van de glastuinbouw worden, waar klanten precies weten wat ze kunnen verwachten. Dit doen we door samen te werken met investeerders en te focussen op projecten die duurzaamheid centraal stellen, zoals onze projecten in Zweden, waar we volledig gebruikmaken van restwarmte. We groeien snel en willen in de komende jaren honderden hectares onder beheer krijgen in strategische markten zoals Scandinavië, de VS en het Midden-Oosten.”

Tot slot, de volgende kandidaat is Arnold Wittkamp​​​​, van Thursd. Welke vraag wil je hem stellen?

Dirk: “Arnold, je passie voor bloemen spat ervan af als ik naar je website kijk. Geweldig! Er is de laatste tijd veel aandacht voor de ecologische footprint van bloemen. Hoe vind jij dat de bloementelers hiermee om moeten gaan?”