Artikel aan winkelwagentje toegevoegd.
Artikel is uit het winkelwagentje verwijderd.
Klant heeft iets aan het winkelwagentje toegevoegd.
U moet een klant selecteren voordat u producten kunt toevoegen.
U kunt slechts een beperkt aantal van dit artikel bestellen.
Menu

In gesprek met… Anja Dieleman

Anja is senior onderzoeker plantenfysiologie bij de business unit Glastuinbouw van Wageningen University & Research. Ze heeft jarenlange ervaring in de glastuinbouwsector en heeft zich gespecialiseerd in de fysiologie van kasgewassen. “Ik kom oorspronkelijk van een akkerbouwbedrijf in Groningen en ben naar Wageningen gegaan om daar landbouwplantenteelt te studeren”, vertelt ze. “Maar al in mijn eerste jaar ontdekte ik de glastuinbouw, een sector waar veel meer controle mogelijk is en waar je echt kunt sturen op de groei van planten. Dat sprak me enorm aan, dus ben ik overgestapt naar de tuinbouw en daar altijd gebleven.” Sinds 2000 werkt Anja bij wat nu de business unit Glastuinbouw van Wageningen University & Research is.

De eerste vraag komt van Peet van Adrichem, met wie wij de vorige keer in gesprek gingen: “Op welke manieren heeft jouw onderzoek bijgedragen aan een milieuvriendelijkere aanpak in de glastuinbouw, bijvoorbeeld door aanpassingen in het kasklimaat en teeltmethoden?”

Anja: “Als je kijkt naar de laatste paar jaar, dan is de toepassing van LED-belichting een grote verandering geweest in de tuinbouw. Wij hebben al meer dan tien jaar geleden laten zien dat je prima kunt telen onder LED-belichting. We hebben onderzocht hoe je het kasklimaat moet aanpassen op de belichting en welke spectra het beste werken voor verschillende gewassen. Toen de energiecrisis kwam, lag die kennis al klaar en konden telers snel schakelen. Dat heeft ervoor gezorgd dat het elektraverbruik van belichtende telers met de helft is verminderd en dat is natuurlijk een grote stap richting duurzaamheid.”

Hoe zie je de rol van technologie en innovatie in het verminderen van de milieu-impact van de glastuinbouwsector?

Anja: “Technologie en innovatie spelen een enorme rol. Denk aan nieuwe kasdek materialen, koeltechnieken en ontvochtigingssystemen. Maar elke technologische vernieuwing heeft consequenties voor het gewas. Daarom is het belangrijk dat we zowel de technologische kant als de fysiologische kant van de teelt begrijpen en integreren. Bijvoorbeeld, bij de overstap naar LED-belichting moesten we de klimaatstrategie aanpassen om de productie op peil te houden. Een ander mooi voorbeeld is het onderzoek dat nu loopt naar technieken om CO2 uit de buitenlucht te winnen en te doseren en wat dit betekent voor het gewas. De fysiologische kennis en toepassing van technologie moeten hand in hand gaan om de sector verder te helpen.”

Hoe hebben de nieuwe systemen die je hebt ontwikkeld, zoals autonome teeltsystemen en LED-belichting, geholpen bij het verbeteren van de groei en productie van kasgewassen?

Anja: “De glastuinbouw heeft door de jaren heen een continue stijging in productie gezien dankzij innovaties zoals CO2-dosering, substraatgebruik en betere rassen. De overstap naar LED-belichting heeft bijvoorbeeld ervoor gezorgd dat de belichtingsniveaus zijn toegenomen en dat er jaarrond geproduceerd kan worden. Dit zorgt voor continuïteit in de levering aan de retail en een stabiele productprijs. Een ander voorbeeld is het spectrumonderzoek bij chrysanten, waar we ontdekten dat het toevoegen van verrood licht aan het einde van de dag de strekking van de planten aanzienlijk verbeterde. Dit soort innovaties helpen telers om beter te sturen op de groei en kwaliteit van hun gewassen.”

Wat zijn enkele van de grootste uitdagingen die je bent tegengekomen bij het ontwikkelen van energie-efficiënte productiesystemen?

Anja: “Een van de grootste uitdagingen was het aanpassen van de temperatuurstrategie bij de overstap naar LED-belichting. LED-lampen geven minder warmte af dan traditionele SON-T-lampen, wat betekent dat we de temperatuurregimes moesten aanpassen om de groei van de planten te optimaliseren. Dit had ook gevolgen voor de verdamping en de CO2-concentratie in de kas. Daarnaast was het vinden van het juiste lichtspectrum voor verschillende gewassen een uitdaging. Wat goed werkt voor tomaten, werkt niet noodzakelijkerwijs voor rozen of komkommers. Dit vereist en veel onderzoek en experimenten.”

Hoe zie je de toekomst van autonome teeltsystemen in de glastuinbouw?

Anja: “Ik geloof dat autonome teeltsystemen de toekomst gaan bepalen van de glastuinbouw. We zijn net bezig met projecten rondom autonoom telen. En hoewel er nog geen bedrijven zijn die 100% autonoom telen, zie ik dat de sector steeds meer interesse krijgt in data-driven teelt. Het denken in de sector is aan het veranderen. Steeds meer bedrijven kijken naar hoe ze data kunnen gebruiken om hun teeltprocessen te optimaliseren. Over vijf jaar zullen we waarschijnlijk zien dat elementen van autonoom telen standaard worden toegepast in veel bedrijven.”

Als senior onderzoeker heb je bijgedragen aan tal van onderzoeken. Kun je een voorbeeld geven van een succesvol project dat heeft bijgedragen aan duurzaamheid en efficiëntie in de glastuinbouw?

Anja: “Een goed voorbeeld is ons werk aan spectrumonderzoek bij chrysanten, waar ik eerder al naar refereerde. We ontdekten dat het toevoegen van verrood licht aan het einde van de dag de strekking van de planten aanzienlijk verbeterde. Dit had een enorme impact op de productie en kwaliteit van de chrysanten. Een ander voorbeeld is de ontwikkeling van nieuwe technieken voor het ontvochtigen van kassen, gebaseerd op de concepten van gesloten kassen. Hoewel volledig gesloten kassen nog niet wijdverbreid zijn, heeft het onderzoek naar deze systemen geleid tot verbeterde methoden voor het aansturen van teelt en klimaat die nu in de praktijk worden toegepast als Het Nieuwe Telen (HNT).”

“Zo gaat het vaak met de onderzoeken die wij doen. We werken graag met een stip op de horizon, met de ideale situatie in gedachten. Deze ideale situatie wordt vaak niet in één keer bereikt; dat heeft tijd nodig. Maar elementen uit het onderzoek kunnen vaak al wel in de praktijk worden toegepast, zodat we stap voor stap kunnen innoveren.”

Hoe belangrijk is het voor jou om onderzoek te doen dat direct toepasbaar is voor telers?

Anja: “Het is zelfs essentieel, vind ik. En bovendien heel leuk om te doen. We werken nauw samen met telers en toeleveranciers om ervoor te zorgen dat ons onderzoek direct toepasbaar is in de praktijk. We betrekken telers vanaf het begin bij onze projecten, zodat we zeker weten dat we werken aan oplossingen die echt nodig zijn en die hun bedrijfsvoering verbeteren. Dit zorgt ervoor dat de kennis snel en effectief wordt overgedragen en toegepast.”

Welke rol spelen toeleveranciers en technologiebedrijven in jouw onderzoek?

Anja: “Toeleveranciers en technologiebedrijven zijn belangrijke partners in ons onderzoek. We hebben een netwerk van bedrijven binnen onze Club van 100, waarmee we regelmatig overleggen en samenwerken. Deze bedrijven leveren de technologieën en materialen die we nodig hebben voor ons onderzoek. Daarnaast helpen ze ons om de resultaten van ons onderzoek te vertalen naar praktische toepassingen. Dit partnerschap zorgt ervoor dat we altijd toegang hebben tot de nieuwste innovaties en dat we deze snel kunnen testen en implementeren in de praktijk.”

Tot slot, de volgende kandidaat is Ronald Hoek​​​​, CEO en mede-eigenaar Blue Radix. Welke vraag wil je hem stellen?

Anja: “Hoe kan het onderzoek van een bedrijf zoals dat van jullie ondersteunen in de ontwikkelingen richting autonome teeltsturing? En wat hebben jullie tot nu toe kunnen gebruiken aan kennis uit het onderzoek?”

 

 

Meer weten over de beste klimaatoplossing voor uw teelt?

Loading…