De eerste vraag komt van Annie van de Riet, voorzitter van AVAG, met wie wij vorige keer in gesprek gingen: “Hoe kunnen wij (WHC en AVAG) de primaire tuinbouw in Nederland helpen een toekomst te hebben?”

Puck: “Ik denk dat we daar meerdere rollen in kunnen pakken. Allereerst moeten we innovaties in de sector blijven aanjagen. Daar zijn we immers groot door geworden. Het is belangrijk dat we onszelf continu blijven ontwikkelen en verbeteren. Daarvoor is samenwerking essentieel. Ten tweede is het belangrijk dat we de sector blijven promoten. Het WHC had vorig jaar ruim 32.000 bezoekers fysiek en 35.000 bezoekers online, uit 156 landen. We merken dat bezoekers vaak onder de indruk zijn van onze kennis en kunde. ‘Jeetje, jullie hebben het eigenlijk echt goed voor elkaar’, zeggen ze verrast. Veel mensen weten niet dat de glastuinbouwsector zo groot is, dat er zo veel kennis, kunde en hoogstaande techniek is in de sector. Dat laten we niet genoeg zien met z’n allen. Dat zit ook deels in onze Nederlandse cultuur: doe maar normaal. Ook daarin kunnen we gezamenlijk optrekken. Een initiatief in dit kader, van het WHC samen met AVAG, Dutch Greenhouse Delta en HortiHeroes, is Let’s Connect. Een maandelijkse netwerkbijeenkomst voor en door professionals en ondernemers binnen de tuinbouwsector, maar ook daarbuiten. Om ‘het verhaal’ breder te verspreiden.”

Het WHC is ooit ontstaan als onderdeel van Greenport Horti Campus Westland. Om de economische positie van de Greenport voor langere termijn te garanderen en nieuwe kansen te kunnen blijven oppakken. Wat is de grootste uitdaging van WHC op dit moment?

 Puck: “We hebben een aantal uitdagingen op dit moment. Eén daarvan is om continu te vernieuwen. Daar zijn de nieuwe themapleinen bij WHC een resultaat van. Voorheen was het WHC een statische beursvloer. Dat werkte niet helemaal meer. Met de themapleinen brengen we verschillende expertises en laatste innovaties op een dynamische manier bij elkaar, samen met onze kennispartners en participanten. Thema’s zijn bijvoorbeeld water, energie, robotisering en gezondheid. We werken er nu naartoe dat bezoekers aan het einde van het jaar zelfstandig hun ronde kunnen doen en de kennis opdoen waar ze behoefte aan hebben, met een handige app. Natuurlijk is er nog wel menselijke interactie, dat is heel belangrijk en zullen we ook altijd blijven aanbieden.”

“Een andere continue uitdaging van een campus als WHC is om het goed draaiende te houden voor de lange termijn. We hebben natuurlijk ontzettend veel stakeholders, dat maakt het ook zo leuk, maar het moet ook betaald worden. En wie doet wat? Ook dat is mijn taak om te regelen en mijn uitdaging als directeur.”

Wat is je persoonlijke drijfveer als directeur van WHC?

Puck: “Wat ik echt fantastisch vind is dat je hier met zoveel verschillende partijen te maken hebt en dat geen dag hetzelfde is. En ik zie ongelooflijk veel kansen voor de glastuinbouwsector. Zeker in de samenwerking van de vier o’s: overheid, onderzoekers, onderwijs en ondernemers. Als je bijvoorbeeld kijkt naar de koppeling van studenten aan het bedrijfsleven en onderzoek, dan zijn de afgelopen jaren al ontzettend veel goede stappen gezet, maar valt er ook nog een wereld te winnen.”

“Wat ik ook mooi vind is dat we ons hier iedere dag inzetten om de wereld een beetje mooier, groener en gezonder te maken. Dat maakt werken in deze sector bijzonder, samen kunnen we transities versnellen.”

Je bent ook directeur van HortiHeroes, gericht op jong talent. Hoe is het met de interesse onder jongeren in de glastuinbouw volgens jou? We horen vaak dat de interesse in de glastuinbouwsector niet hoog is. Ervaar jij dit ook zo?

Puck: “Ja klopt. Althans, onder de jongeren die de glastuinbouwsector niet kennen. Ze kennen de sector niet en zien dus ook de kansen en mogelijkheden niet. Negen van de tien keer zijn jongeren en young professionals blij verrast als ze met de sector kennismaken. In februari organiseerden we met WHC een Talentweek. De eerste twee dagen hadden we 400 ISW-leerlingen in huis, woensdag was de opleidingsmarkt, donderdag een banenmarkt en vrijdag hadden we twee groepen van de basisschool-bovenbouw op bezoek. Allemaal om jongeren al op jonge leeftijd bij de sector te betrekken. Je ziet echt dat de meesten positief verrast zijn.”