PARperfect bij proef Delphy met pot- en perkplanten
PARperfect bij proef Delphy met pot- en perkplanten
Martijn Gevers is senior adviseur pot- en perkplanten bij Delphy. Dat betekent dat hij telers begeleidt en adviseert bij hun teelt. “Ik ben een echte teeltman.” Daarnaast is hij betrokken bij onderzoeken van Kas als Energiebron, zoals de proef om fossielvrij pot- en perkplanten te telen. Een onderzoek dat begin 2020 is gestart en begin van dit jaar de tweede fase is ingegaan. De schermoplossing PARperfect heeft een belangrijke en succesvolle rol gespeeld in deze proef. Hoe? Martijn legt uit.
Delphy staat voor Worldwide Expertise for Food & Flowers. De kern van Delphy is het ontwikkelen van kennis over het telen van gewassen en het optimaliseren van de teeltomstandigheden. Delphy heeft verschillende teams en onderzoekslocaties, elk met een eigen specialisme en sector. Er werken ruim 240 medewerkers bij Delphy.
Onderzoek in samenwerking met telers
Het pot- en perkplantenteam is een team van experts dat gezamenlijk telers adviseert in binnen- en buitenland. “Wij geven teelttechnisch advies aan onze klanten, de telers. We adviseren hoe ze hun planten het beste kunnen kweken, geven advies over bemesting bijvoorbeeld, maar ook de beste klimaatinstellingen voor een optimaal gewas.” Daarbij hebben Martijn en het team intensief contact met de klant. “Zo ontstaan er vanzelf vragen. Vanuit de klant, maar ook vanuit onszelf, waar we graag antwoord op willen. En dan starten we een onderzoek in samenwerking met de onderzoekers van het Delphy Improvement Centre, zoals deze proef om fossielvrij pot- en perkplanten te telen.” Het onderzoek wordt dus, naast Kas als Energiebron, medegefinancierd door klanten (telers) van Delphy. Zij kijken mee met de resultaten die geboekt worden en krijgen deskundig advies van de adviseurs die hun bevindingen delen.
Aanleiding onderzoek fossielvrij telen
Bij kouder geteelde pot- en perkplanten is relatief weinig aandacht voor Het Nieuwe Telen (HNT). “Perkplanten hebben een relatief lage energiebehoefte en kunnen veel licht hebben in vergelijking met schaduwgewassen. Daarom leeft Het Nieuwe Telen minder onder deze telers.” Tijd om daar verandering in te brengen, zo vonden Delphy en de betrokken telers. En zo ontstond het idee voor de proef die vorig jaar is ingezet. Svensson is partner van het Improvement Centre van Delphy en werd zodoende gevraagd om mee te denken in de beste schermoplossing voor deze specifieke proef. “PARperfect was toen nét uit. Ideale timing dus om deze schermoplossing in te zetten tijdens de proef.” Een slimme zet, zo bleek. “Door de dubbele schermoplossing konden we meer energie binnenhouden.”
Nauwkeurige sturing lichtniveau met PARperfect
De proef is uitgevoerd met zes verschillende soorten pot- en perkplanten. Het PARperfect principe werd gedurende het hele onderzoek gebruikt, maar kreeg extra aandacht midden in de zomer, bij de cyclamenteelt. “De zon staat dan hoog er is veel licht. Te veel voor een cyclaam. En dat maakte het extra interessant om met het PARperfect principe te sturen”. In de zomer is er bij de teelt van cyclaam niet gekrijt, om zo met sensoren onder het scherm en op PAR-lichtniveau precies het lichtniveau te regelen op plantniveau.”
En daar zit volgens Martijn een grote winst voor pot- en perkplantentelers in het gebruik van PARperfect. “Je kunt heel precies sturen op het gewenste lichtniveau. De cyclamen kregen een maximaal PAR-lichtniveau van 400 en later 600 µmol/m2/s, dankzij PARperfect. In tegenstelling tot andere schermen, heb je met PARperfect geen schaduwbanen.” Waar sturen op PAR-lichtniveau bij schaduwgewassen een vanzelfsprekendheid is, is er in de pot- en perkplantenteelt nog veel te winnen. “Het leeft wat minder onder telers van pot- en perkplanten, omdat het lichtniveau niet zo nauw luistert als bij schaduwgewassen. Deze proef heeft wel laten zien dat het wel degelijk nut heeft.”
En dan is er natuurlijk nog de energiebesparing. “Tijdens de energiebehoeftige periode van de proef houden we de ramen overdag langer dicht en hielden de warme lucht zo lang mogelijk binnen. Ook de schermen lieten we langer dicht om energie te besparen.”
Fossielvrij pot- en perkplanten telen: ja of nee?
Het doel van de poef was onderzoeken in hoeverre fossielvrij telen mogelijk is in de pot- en perkplanten. En? “In het begin hebben we nog een verwarmingsbuis in de kas gebruikt. Die hebben we op een gegeven weggehaald. Dat ging goed. Met een gesloten, goed geïsoleerd kassysteem, ledverlichting, hoge druk verneveling, buitenluchtaanzuiging, PARperfect, de nodige sensoren en een geavanceerde klimaatcomputer lukte het ons om het klimaat optimaal te reguleren, zonder verwarmingsbuis in de kas.” Rendabel is het echter nog niet voor pot- en perkplantentelers. “Dat is de volgende fase. Eerst hebben we de ideale situatie willen neerzetten om te toetsen of fossielvrij telen haalbaar is. En ja, dat is het. Maar de investering voor pot- en perkplantentelers is fors. Vooral de ledverlichting is prijzig.” Het is dus niet aannemelijk dat telers op dit moment investeren in deze manier van telen, tenzij ze nieuw gaan bouwen. Een kwestie van tijd en doorontwikkelen, denkt Martijn. “Ik denk dat het nog een jaar of 10 à 15 duurt, maar dat is koffiedik kijken.”
In februari van dit jaar is de tweede fase van de proef gestart in het Delphy Improvement Centre, gericht op de meer praktische kant. “We hebben eerst de ideale situatie gecreëerd. Die kennen we nu. De uitdaging nu is om een meer realistische situatie te creëren; een oplossing die haalbaar is voor de teler. Dat hopen we vooral te bereiken door het aantal micromol (µmol/m2/s) ledbelichting te verlagen en daarmee tot een lagere investering te komen en nog minder energie te verbruiken. Nog altijd is er geen buisverwarming aan te pas gekomen, ook niet tijdens de afgelopen koude winter.”
Het project wordt uitgevoerd door Delphy Improvement Centre en gefinancierd door het programma Kas als Energiebron, het actie- en innovatieprogramma van het Ministerie van LNV en Glastuinbouw Nederland. Ook dragen de Gewascoöperatie Eénjarige zomerbloeiers, Signify, Ludvig Svensson, Florensis, Schoneveld Breeding en Wireless Value bij aan dit project.