De toekomst van plantgezondheid: van curatief naar preventief
“Een gezonde plant wordt minder snel ziek, zo simpel is het.” Kees Kouwenhoven, product specialist gewasbescherming bij Royal Brinkman, focust zich steeds meer op plantweerbaarheid en minder op bestrijdingsmiddelen. “Een kwestie van omdenken: hoe voorkom je dat een plant ziek wordt? Eigenlijk heel logisch. Steeds meer telers zien het belang van preventieve bestrijding.” Kees vertelt over plantgezondheid in relatie tot wet- en regelgeving, producten en middelen, hygiëne en duurzaamheid.
Wet- en regelgeving: “Het moet niet doorslaan”
De richtlijnen voor het gebruik van pesticiden, beschermings- en bestrijdingsmiddelen in de glastuinbouw zijn de afgelopen jaren flink aangescherpt. Daar heeft Kees begrip voor, maar hij waarschuwt ook voor de keerzijde. “Het gevaar is dat het te hard gaat. Dat er te veel middelen verboden worden, ook noodzakelijke.” Kees vergelijkt het met medicijngebruik van mensen. “Ook wij hebben soms een paracetamol nodig, om te voorkomen dat we ziek worden. Planten ook, die moeten soms wat geholpen worden.” De scherpe wet- en regelgeving legt veel druk op kwekers. “Producten moeten 100% zijn. Supermarkten willen alleen de perfecte komkommer en retailers alleen de beste roos. Terwijl de consument eerder de goedkoopste appel uit het schap pakt, dan de appel die het meest biologisch geteeld is.” Kees juicht scherp toezicht op het gebruik van natuurlijk beschermings- en bestrijdingsmiddelen toe, maar het moet volgens hem niet doorslaan.
Producten en middelen: “Voorkomen beter dan genezen”
De grootste verandering die Kees tijdens zijn carrière bij Royal Brinkman de afgelopen 18 jaar, maar ook daarvoor toen hij zelf nog teler was, heeft gezien is het gebruik van natuurlijke middelen om planten gezond te houden. “We dachten vroeger tegen de natuur in te kunnen gaan met chemische middelen, maar nu zien we dat we met de natuur samen moeten werken.” Het gebruik van natuurlijke vijanden om plagen in de kas te bestrijden is ondertussen de normaalste zaak in de glastuinbouwsector. “Het aanbod ‘beestjes’ is heel groot. Voor iedere plaag is wel een natuurlijke vijand te verkrijgen, dat is in veel gevallen al uitgekristalliseerd.”
De uitdaging ligt ‘m volgens Kees vooral in de ontwikkeling van producten en middelen voor preventief gebruik, om de plantweerbaarheid te vergroten. “Tien jaar geleden schoot iedereen in de lach als je het over plantweerbaarheid had, nu niet meer.” Het gebruik van goede bacteriën en schimmels om planten te beschermen tegen vijanden neemt dan ook steeds meer toe. “De kopgroep van de glastuinbouw denkt al die kant op. Daarna volgt er een grote groep van telers die zich breder wil laten informeren, interesse heeft, maar nog niet goed weet hoe ze hun planten weerbaarder kunnen maken.” Samen met een collega, die gespecialiseerd is in plantweerbaarheid, trekt Kees langs de kassen, om telers breder te informeren over de do’s en don’ts van plantweerbaarheid.
Hygiëne: “Een plant net zo kwetsbaar als topatleet”
“Bij de ene teler loop ik zo de kas in, bij de ander moet ik eerst een pak en overschoenen aan.” Kees legt uit dat er in de gastuinbouwsector wisselend wordt omgegaan met hygiëne. “Dat heeft natuurlijk ook te maken met de actualiteit. Als er een plaag heerst, dan is het protocol strenger. Daarna versloft het bij de meesten weer.” Een hygiënische omgeving is volgens hem essentieel voor optimale plantgezondheid, omdat er veel gevergd wordt van planten in de glastuinbouw. “Vergelijk het met een topatleet die kwetsbaar is, omdat hij op de toppen van zijn kunnen presteert. Zo is het ook met een plant in een kas, die moet in topconditie zijn om maximaal te produceren. Een schimmel of virus is funest als het uiterste wordt gevraagd.”
Duurzaamheid: “Biologische middelen toegankelijker”
Biologische gewasbeschermingsmiddelen zijn de normaalste zaak van de wereld. Iedere teler gebruikt ze. “Daardoor worden ze steeds goedkoper, omdat het volume toeneemt.” Een ontwikkeling die Kees goed doet. “De marges in de glastuinbouw staan vaak onder druk. Ik ben blij dat ‘groene’ middelen inmiddels een stuk toegankelijker zijn voor telers.” Ook de groeiende kennis over het negatieve effect van chemische bestrijdingsmiddelen op de plantweerbaarheid stimuleert telers om voor biologische middelen te kiezen. “Chemische middelen geven een plant een gigantische klap. Je weet niet altijd hoe een plant daarop reageert. Ik zeg vaak tegen telers: als je wist hoeveel pijn die plant heeft van een bespuiting, zou je het niet meer doen.”