(Kennis)delen = vermenigvuldigen
Om veerkrachtig te blijven, zet de tuinbouwsector sterk in op innovatie en export. Van producten én van kennis. Maar de kennis van vandaag is morgen al verouderd. Hoe kun je bijblijven in een sector die zo sterk in beweging is? Vijf teeltadviseurs over kennisontwikkeling en deling.
Erik de Rooij, strategisch teeltadviseur. Bij Delphy (met specialisatie groene potplanten en seizoensbloeiers)
Hoe houdt u uw teeltkennis up-to-date met betrekking tot de meest recente ontwikkelingen? “Kennisontwikkeling en -implementatie behoren tot de core business van Delphy. Voor alle gewasgroepen hebben we onderzoekslocaties in zowel Nederland als in het buitenland, dus ik zit met mijn neus bovenop de nieuwe ontwikkelingen.”
Op welke wijze draagt u zelf bij aan het ontwikkelen van nieuwe teeltkennis en hoe deelt u deze kennis? “We ontwikkelen nieuwe teeltconcepten in ons Improvement Centre in Bleiswijk. Enerzijds doen we praktijkproeven voor klanten die ook worden gefinancierd door klanten. Zoals het onderzoek dat we momenteel uitvoeren naar een alternatief voor de groeiregulator Tilt, waarvoor een wettelijk verbod is opgelegd. Die kennis delen we alleen met onze klanten. Anderzijds werken we in opdracht van Kas als Energiebron, gefinancierd door het ministerie van LNV. Dat zijn vaak sectorbrede onderzoeken, zoals nu bijvoorbeeld naar de toepassing van Het Nieuwe Telen voor éénjarige zomerbloeiers. De resultaten daarvan worden gepubliceerd, zodat ze voor iedereen vrij toegankelijk zijn.”
U komt veelvuldig bij telers in het buitenland. Wat kunnen zij leren van Nederlandse telers en wat kunnen wij van hen leren?
“Buitenlandse telers kunnen leren van onze klimaat- en teelttechnieken. En wij kunnen veel leren van hun marktvisie. Doordat ze in het buitenland vraag gestuurd produceren, weten ze goed wat de klant wil en ze spelen daar slim op in.”
Wat moeten we doen wil Nederland in de toekomst voorop blijven lopen?
“Onze vooraanstaande internationale positie danken we aan onze groenteteelt. De potplantensector lift daarop mee. Als sector kan Nederland koploper blijven zolang we voldoende productie-areaal behouden. Want daarmee houden we ons land aantrekkelijk als vestigingslocatie voor bedrijven in onder meer klimaatbeheersing, scherminstallatie en kassenbouw. Wel is het essentieel dat we onze kennis delen, daarin moeten we niet terughoudend zijn. Geslotenheid leidt tot stilstand, openheid tot vooruitgang.
“Buitenlandse telers kunnen leren van onze klimaat- en teelttechnieken.”
Eugenie Dings, teeltadviseur bij FloriConsultGroup (met specialisatie gerbera’s)
Hoe houdt u uw teeltkennis up-to-date met betrekking tot de meest recente ontwikkelingen? “Door vakliteratuur te lezen en aan technische informatiedagen deel te nemen. Ik deel alle kennis met mijn twee samenwerkingspartners binnen de FloriConsultGroup. Wij zijn de enige drie voorlichters over de gerberateelt in Nederland. Onze kracht is kennisdeling en elkaar scherp houden.”
Op welke wijze draagt u zelf bij aan het ontwikkelen van nieuwe teeltkennis en hoe deelt u deze kennis? “FloriConsultGroup was kartrekker van het onderzoek rond Het Nieuwe Telen én vanaf het eerste uur betrokken bij Kas als Energiebron. Daardoor kunnen we onderzoeks- resultaten direct meenemen in de dagelijkse praktijk. Ook ontwikkelen we nieuwe adviesproducten. Een ooit ontwikkelde basis voor gewasregistratie van gerbera’s was in een la beland. Dat hebben wij opgepakt en samen met Niek Botden ontwikkeld tot het gewasregistratiesysteem FloriFocus. Data verzamelen is één. Maar data filteren en correct interpreteren, zodat je juiste conclusies kunt trekken, is twee. Daar helpen we onze klanten bij.”
U komt veelvuldig bij telers in het buitenland. Wat kunnen zij leren van Nederlandse telers en wat kunnen wij van hen leren?
“Nederland is ver met teelttechnieken. Daarin kunnen buitenlandse telers van ons leren. Andersom bezoeken wij alleen buitenlandse telers die op een hoogwaardige manier gerbera’s telen, zodat deze ervaring ook bijdraagt aan ons kennisniveau. Zo zijn ze in Canada verder met het toepassen van biologische bestrijding, omdat er minder middelen beschikbaar zijn. Ook wat betreft marketing en afzet kunnen we leren van het buitenland. Over de schutting heen kijken, kan heel leerzaam zijn.”
Wat moeten we doen wil Nederland in de toekomst voorop blijven lopen?
“De Nederlandse gerberatelers weten veel van de teelttechniek en leveren wereldwijd een goed product tegen een scherpe prijs, maar qua ondernemerschap zijn er nog stappen te maken. Voor de afzet moeten we scherpere keuzes maken en is een ketenverkorting noodzakelijk.”
“Data filteren en correct interpreteren, zodat je juiste conclusies kunt trekken, daar helpen we onze klanten bij.”
Willem van Dijk, teeltadviseur verbonden aan de Cropex Group (met specialisatie glasgroenten wereldwijd)
Hoe houdt u uw teeltkennis up-to-date met betrekking tot de meest recente ontwikkelingen? “Vakbladen zoals Onder Glas vind ik leerzaam, vooral de artikelen over specialistische technische onderwerpen en energiebesparing. Maandelijks vergaderen we met alle leden van de Cropex Group om informatie te delen en elkaar te ondersteunen. Ook bezoeken we regelmatig bedrijven die gespecialiseerd zijn in klimaatcomputers, scherminstallatie, kassenbouw, etc.”
Op welke wijze draagt u zelf bij aan het ontwikkelen van nieuwe teeltkennis en hoe deelt u deze kennis? “Ontwikkeling is van belang, maar toepassen in de praktijk net zo goed. Alle kennis die we tot ons nemen, gaat mee naar onze klanten. Zo breng ik bij klanten met belichte teelt, die worstelen met een te vochtig kasklimaat, de nieuwe inzichten naar voren van een ontvochtigingssysteem bij hoge intensiteit met licht.”
U komt veelvuldig bij telers in het buitenland. Wat kunnen zij leren van Nederlandse telers en wat kunnen wij van hen leren?
“Het buitenland kan van ons leren om bedrijfseconomisch rendabeler te telen. Wat wij op onze beurt van hen kunnen leren is flexibel omgaan met weersomstandigheden. Buitenlandse telers spelen goed in op extreme warmte en droogte door te krijten en met schermgebruik. Ook vind ik de mentaliteit in het buitenland prettiger: ze zijn gastvrij en hebben meer waardering voor ondernemers. Dat stimuleert het uitwisselen van kennis, waardoor je bovendien efficiënter zaken kunt doen.”
Wat moeten we doen wil Nederland in de toekomst voorop blijven lopen?
“Wij redden het alleen als we hogere prijzen gaan krijgen voor onze producten. Want daarmee komt er financiële ruimte voor innovatie. Zonder ontwikkelingen kunnen we onze voorsprong niet behouden. Daarnaast zou Nederland zich, om op hoog niveau aan de weg te blijven timmeren, vaker in de kijker moeten spelen bij omvangrijke complexe vraagstukken
op internationaal niveau.”
“Alle kennis die we tot ons nemen, gaat mee naar onze klanten.”
Tineke Goebertus, (Canada, met specialisatie paprika, komkommer, aubergine en tomaat)
Hoe houdt u uw teeltkennis up-to-date met betrekking tot de meest recente ontwikkelingen? “Mijn negen collega’s bij Vortus BV in Nederland, Duitsland en de Verenigde Staten zijn mijn belangrijkste contacten voor kennisuitwisseling. Elk van ons heeft een wereldwijd netwerk en alle kennis die we opdoen, delen we met elkaar. Samen staan we sterk.”
Op welke wijze draagt u zelf bij aan het ontwikkelen van nieuwe teeltkennis en hoe deelt u deze kennis? “Hier in British-Columbia hebben we de hogedraadteelt van komkommers naar een hoger niveau getild. Deze manier van telen is meer planmatig waardoor de pluk zowel regelmatiger als van een betere kwaliteit is. Daardoor kunnen wij onze markt er beter mee bedienen. Om onze kennis naar buiten te brengen, geef ik regelmatig presentaties. Ook heb ik een e-learning ontwikkeld over bemesting, die online beschikbaar is.”
U bent in Canada gevestigd met uw bedrijf. Wat kunnen we, als tuinders van de wereld, van elkaar leren?
“Door de concentratie van de glastuinbouw kunnen Nederlandse telers problemen snel oplossen en innovaties aanjagen. Dat geeft ook een gevoel van de beste te zijn. De keerzijde daarvan is dat ze minder openstaan voor de ideeën van anderen, terwijl ze bijvoorbeeld van ons kunnen leren improviseren. Bij gebrek aan beter zijn we sterk geworden in het vinden van slimme oplossingen. Wat wij kunnen leren van Nederlandse telers is efficiëntie.”
Wat moeten we doen wil Nederland in de toekomst voorop blijven lopen?
“In Nederland wordt steeds minder kennis uitgewisseld in vergelijking met zo’n 40 jaar geleden. Ik denk dat Nederlanders onderschatten wat er in de rest van de wereld gebeurt. Nederland heeft absoluut de potentie, maar ik denk dat er niet wordt uitgehaald wat erin zit.
Ik denk dat Nederland door meer en intensiever kennis uit te wisselen aan kop kan blijven staan.”
“Door de concentratie van de glastuinbouw kunnen Nederlandse telers problemen snel oplossen en innovaties aanjagen.”
Johan Sonneveld, teeltadviseur bij Sonneveld Consultancy (met specialisatie rozen)
Hoe houdt u uw teeltkennis up-to-date met betrekking tot de meest recente ontwikkelingen?
“Ik houd mijn kennis op peil met vakliteratuur, via sociale media, contacten met leveranciers en onderzoekers. Een klant, die van de rozen naar een andere teelt overstapte, vroeg mij om weer mee te denken. Dat vond ik leuker dan ik van tevoren had verwacht. En misschien levert het adviseren over meerdere teelten kruisbestuiving op.”
Op welke wijze draagt u zelf bij aan het ontwikkelen van nieuwe teeltkennis en hoe deelt u deze kennis? “Het is mijn werk om klanten te helpen bij vragen over onder meer klimaat, watergeven of bemesting. Soms gaat het ook om investeringsbeslissingen. Hierbij vraag ik aandacht voor nieuwe technieken, waarvan ik de meerwaarde inzie. Maar dat zijn langdurige processen. Er wordt niet vaak geïnvesteerd zonder ondersteunend onderzoek. In mijn werk pas ik meer toe, dan dat ik nieuwe kennis ontwikkel.”
U komt veelvuldig bij telers in het buitenland. Wat kunnen zij leren van Nederlandse telers en wat kunnen wij van hen leren?
“Wat buitenlandse telers van ons kunnen leren, is een efficiënte bedrijfsvoering. Met het Nederlandse ondernemers- model, waarbij de beslissingsbevoegdheid en het financiële risico bij één persoon ligt, ben je wendbaar en kun je krachtig optreden. Wat wij van hen kunnen leren, is dat de eindconsument centraal staat. Door een rechtstreekse afzet hebben buitenlandse bedrijven dat scherper in het vizier.”
Wat moeten we doen wil Nederland in de toekomst voorop blijven lopen?
“Om het hoofd te bieden aan de toenemende concurrentie zullen we ons moeten richten op het topsegment van de markt. We moeten zorgen dat we passend betaald krijgen. Dat is een grote uitdaging, want de stap naar consument is nog niet gemaakt. Daarnaast kan de voorsprong alleen in stand blijven, als er openheid en samenwerking is.”
“Wat wij van de buitenlandse telers kunnen leren, is dat de eindconsument centraal staat.”