Say what?
Internationaal zakendoen? Verdiep je eerst in de cultuur.
Ieder land en elke organisatie heeft zijn eigen tradities, gewoontes en cultuur. Persoonlijke relaties en kennis van de cultuur vergroten de kansen op zakelijk succes. Wetenschapper Geert Hofstede e.a. schreef er in 2010 een standaardwerk over: ‘Cultures and Organizations Software of the mind’. Wat zijn de belangrijkste bevindingen van dit baanbrekende onderzoek en wat kun je er eigenlijk mee?
‘Moeten we ons druk maken om cultuur?’ is de eerste vraag die (de onlangs overleden) Geert stelt op zijn website. Het antwoord is natuurlijk: ja. “Want ieder mens heeft zijn of haar unieke persoonlijkheid, geschiedenis en interesses. Tegelijkertijd delen we onze menselijke natuur. We zijn groepsdieren. We gebruiken taal en empathie, we werken samen in groepen en tegelijk concurreren we met elkaar. De ongeschreven regels van hoe we deze dingen doen, verschillen van de ene menselijke groep tot de andere. ‘Cultuur’ noemen we deze ongeschreven regels, over hoe we een goed lid van de groep kunnen zijn.”
Cultuurdimensies
Hofstede kwam in zijn langlopende onderzoek naar cultuurverschillen tussen landen uiteindelijk tot zes verschillende ‘cultuur- dimensies’: 1. Individualisme versus collectivisme; 2. Grote machtsafstand versus kleine machtsafstand; 3. Masculien versus feminien; 4. Mate van onzekerheidsvermijding; 5. Lange termijngerichtheid versus korte termijngerichtheid; 6. Hedonisme versus soberheid (zie kader). Van elke cultuurdimensie bestaat een wereldkaart, waarin de landen zijn ingedeeld op een schaal van 0 tot 100. In werkelijkheid bestaan er ook binnen landen aanzienlijke verschillen, meldt de wetenschapper.
Organisatieculturen
Naar aanleiding van het onderzoek naar cultuurdimensies in landen vroeg Hofstede zich in de jaren tachtig al af hoe een organisatiecultuur is verbonden met de nationale cultuur. Op basis van onderzoek in Nederland en Denemarken kwam hij tot zes cultuurdimensies voor organisaties:
- Procesgericht versus resultaatgericht;
- Functiegericht versus werknemersgericht;
- Professioneel versus parochiaal;
- Open systemen versus gesloten systemen;
- Strak versus losjes gecontroleerd;
- Pragmatisch versus normatief.
De scores op deze dimensies worden mede bepaald door het bedrijf of de branche waarin de organisatie zich bevindt, alsmede een aantal andere ‘harde’ kenmerken. Hieruit kunnen weer conclusies worden getrokken over de wijze van managen. Vanwege de beperkte steekproef (20 organisaties in twee landen) zijn de resultaten echter mogelijk niet representatief voor alle organisaties, nuanceert de wetenschapper.
Zakelijke etiquette
Uiteindelijk is ieder mens uniek, zoals Hofstede terecht constateert. Dat maakt internationaal zakendoen nog complexer en uitdagender. Maar wie kennis heeft van de cultuur van het land en de organisatie van zijn of haar zakenpartner(s) wekt minstens sympathie en heeft een voorsprong op de concurrentie. Daarnaast zijn er aspecten die in vrijwel alle landen een rol spelen, ook wel bekend als zakelijke etiquette (do’s and dont’s). Verschillende organisaties geven hierover tips, waaronder de Kamer van Koophandel en de RVO.
Een voorbeeld: de betekenis van ja en nee. In veel culturen is ‘nee’ zeggen geen optie. Het is lastig te achterhalen wanneer iemand ‘ja’ zegt, maar eigenlijk ‘nee’ bedoelt. Houd de lichaamstaal van je gespreks- partner daarom goed in de gaten.
Kort samengevat: kennis van en respect voor de andere cultuur vergroot je zakelijke kansen. Pas je daarom - binnen je eigen grenzen - aan. Zoek vooral naar overeenkomsten en probeer de verschillen te begrijpen en ermee om te gaan.
De cultuurdimensies van Hofstede
Individualisme vs collectivisme
In collectivistische culturen (zoals China, Zuid-Korea, Thailand, Ecuador en Colombia) is het individu ondergeschikt aan de groep. Dit zorgt voor kansen, maar ook voor verplichtingen. Je bent altijd verantwoording schuldig aan jouw groep. De nadruk ligt op het behoud van harmonie. Als je iets doet wat niet hoort, breng je de groep ten schande en daarvoor schaam je je tegenover de rest (schaamtecultuur). In individualistische culturen (Angelsaksische landen, maar ook Nederland) is het belangrijk dat iedereen voor zichzelf kan zorgen, je bent zelf verantwoordelijk voor je sociale netwerk. Onafhankelijkheid en privacy zijn erg belangrijk. Ze hebben vaak een kleine machtsafstand (zie 2.), de nadruk ligt op het uiten van je eigen mening. Doe je iets wat niet hoort, dan voel je je schuldig ten opzichte van je geweten (schuldcultuur).
Grote machtsafstand vs kleine machtsafstand
Machtsafstand gaat over de mate waarin een ongelijke verdeling van macht wordt geaccepteerd. Bij een grote machtsafstand is er veel ontzag voor de baas, wordt de relatie tussen werknemers bepaald door hun rol op het werk en is er veel ongelijkheid. In families is er veel respect voor ouders, ouderen en oudere broers en zussen. Op staatsniveau is er veel ongelijkheid. Corruptie is geaccepteerd, evenals traditionele autoriteit. Bij een kleine machtsafstand mogen kinderen hun ouders en werknemers hun baas tegenspreken. Op staatsniveau wordt corruptie niet geaccepteerd, de wet garandeert gelijke rechten.
Masculien vs feminien
De derde dimensie van Hofstede gaat over de rol van de man ten opzichte van de vrouw. In masculiene landen geldt een traditionele rolverdeling en moet de man stoer en ruw zijn, de vrouw moet zorgen voor de kinderen en een goede leefomgeving voor haar gezin. In feminiene landen overlappen de seksen elkaar meer. In masculiene landen (zoals Japan, Oostenrijk, Zwitserland en Italië) willen studenten overal de beste in zijn, in feminiene landen (zoals Nederland en Scandinavië) wordt dat als irritant gezien. In masculiene landen streeft men naar een prestatiemaatschappij, in feminiene landen naar een welvaartsmaatschappij.
Mate van onzekerheidsvermijding
Onzekerheidsmijding is niet hetzelfde als risicomijding, maar gaat over de mate waarin leden van een cultuur zich bedreigd voelen door onbekende of onverwachte situaties. Dit leidt niet tot het vermijden van risico’s, maar tot het scheppen van meer duidelijkheid, bijvoorbeeld in wetten en regels. In landen met een hoge onzekerheidsvermijding verwachten studenten dat hun docenten op alle vlakken in hun vakgebied expert zijn; in landen met een lage onzekerheidsvermijding accepteren studenten dat docenten niet overal een antwoord op hebben. Landen met een hoge onzekerheidsvermijding (zoals Rusland en Polen) hebben vaker nationalistische gevoelens en zijn politiek vaker rechts georiënteerd. Landen met een lage onzekerheidsvermijding (zoals Groot-Brittanië, Denemarken en Zweden) zijn liberaler en staan ook positiever tegenover jongeren.
Lange termijngerichtheid vs korte termijngerichtheid
Lange termijngerichte landen liggen vooral in Azië (Zuid-Korea, China, Japan), korte termijngerichtheid vind je vooral in Afrika en Noord-, Midden- en Zuid-Amerika. In korte termijngerichte landen is het belangrijk dat investeringen snel resultaat opleveren, in lange termijngerichte landen is dit van minder groot belang. Op lange termijn moet er winst komen, de korte termijn is ondergeschikt. Lange termijngerichte landen zijn vaak collectivistisch en scoren hoog op corruptie en machtsafstand.
Hedonisme vs soberheid
Deze dimensie heeft te maken met de vraag in hoeverre mensen moeten streven naar genot. In sobere culturen vindt men dat genot in toom moet worden gehouden door sociale controle. In hedonistische culturen (Midden-Amerika, Angelsaksische landen, Scandinavië) vindt men dat de mens moet streven naar zoveel mogelijk genot in het leven. Mensen in culturen die hoog scoren op hedonisme staan vaak positiever in het leven en hechten veel waarde aan vrijheid van meningsuiting. Landen die hierop laag scoren (zoals veel Oost-Europese landen, Egypte en Pakistan) staan vaak cynischer in het leven.