Werken in crisistijd: Hollen en stilstaan
Gastcolumn van Wendy Klijn-Luijten - Glastuinbouw Nederland
Hoe kijken experts in de glastuinbouw tegen de ontwikkelingen in de sector aan? En hoe zien zij de rol van de teler? Iedere maand geeft een deskundige zijn mening, vanuit zijn persoonlijke perspectief. De coronacrisis zet de sector flink op z’n kop. Het gesprek van de dag is hoe telers zich door deze crisis heen slaan en natuurlijk de gevolgen voor de sector op lange termijn. Wendy Klijn-Luijten geeft haar visie als regiocoördinator Brabant/Zeeland bij Glastuinbouw Nederland.
Het startsein van ons werk als regiocoördinator bij Glastuinbouw Nederland is vaak een signaal van een lid. Alles wat we doen, doen we immers voor hen. Onze leden informeren ons wat er speelt en welke behoeften er zijn. Vaak leidt zo’n signaal tot een lobby richting overheden, met langdurige processen als gevolg. Hollen en stilstaan, kun je wel zeggen. Dat is nu in deze crisistijd niet anders.
Ik werk inmiddels al een maand vanuit huis, toch is mijn contact met telers in de regio nog nooit zo intensief geweest. In onze regio hebben we afgesproken om alle glastuinbouwleden proactief te bellen. Het doel: een luisterend oor bieden en inventariseren hoe we kunnen helpen. Veel telers zijn verrast door ons telefoontje, maar zijn al snel heel open over hun situatie. En dat is juist nu héél belangrijk. Door ervaringen te delen houden telers het langer vol, als ondernemer maar ook als mens. En alleen zo weten wij wat er leeft en hoe we van waarde kunnen zijn.
Soms is de situatie in een bedrijf begrijpelijk, soms ook verbazingwekkend. Aan het begin van de crisis hebben we veel signalen opgehaald om het crisisteam te voeden. Leden bellen ons nu vaak terug met een reactie. Enerzijds met complimenten en dankbaarheid voor wat we doen. Anderzijds afgelopen week ook met zorgen over het noodfonds. “Het is zo lang stil. Komt het wel?” Maar ook over zaken waarin gemeenten iets kunnen betekenen. We hebben daarom een brief gestuurd naar diverse gemeenten, om ze te attenderen hoe ze agrariërs op dit moment kunnen ondersteunen.
Ik heb enorme bewondering voor de instelling van de ondernemers in onze regio. Hoe slecht sommige bedrijven er ook aan toe zijn, er gloort ergens hoop. Na vier weken wordt het voor mij ook tijd om weer niet crisis gerelateerde zaken op te pakken die stil hebben gelegen. Je zou bijna vergeten dat er in deze tijd ook een andere werkelijkheid is.
Hollen en stilstaan. Zo blijkt ook bij de afronding van deze column, als het nieuws binnenkomt dat de sierteeltsector op steun van de overheid kan rekenen. Minister Schouten trekt naar schatting € 600 miljoen uit voor de sierteelt en specifieke delen van de voedingstuinbouw, als compensatie voor de omzetschade door de coronacrisis. Goed nieuws! Laten we hopen dat we er met z’n allen voor kunnen zorgen dat aan het einde van de crisisperiode telers misschien buiten adem zijn in het slechtste geval, maar nog wel overeind staan. En laten we ook de conditie van de teler zelf niet vergeten, naast onze zorgen om de bedrijven.