Artikel aan winkelwagentje toegevoegd.
Artikel is uit het winkelwagentje verwijderd.
Klant heeft iets aan het winkelwagentje toegevoegd.
U moet een klant selecteren voordat u producten kunt toevoegen.
U kunt slechts een beperkt aantal van dit artikel bestellen.
Menu

Interview met Godfrey Dol

In Japan noemen ze hem ‘Dol-San’. Iemand met aanzien. Enkele weken geleden spraken we Godfrey Dol voor het telen&trends magazine. Inmiddels ziet de wereld er anders uit, we vroegen hoe hij kijkt naar de impact van het coronavirus. “In de nieuwe wereld van COVID-19 is één ding zeker: de veiligheid van onze medewerkers staat voorop. Door ze te infecteren via collega’s, wordt hun gezondheid en die van hun vrienden en familie in gevaar gebracht. Veel kassen op het noordelijk halfrond zijn begonnen met oogsten. Personeel naar huis sturen is vanwege de lange levensduur van de meeste gewassen niet mogelijk. Twee wekenlang planten niet onderhouden is een doodvonnis voor het gewas én het bedrijf. In een wereld tijdens en na COVID-19 moeten mensen nog steeds eten. Net als de dappere artsen en verpleegsters, die zorgen voor de vele mensen die door het coronavirus zijn getroffen, moet ook de voedselproductie doorgaan. Dit is een unieke kans om hygiëneprotocollen te herzien. Niet vanuit het oogpunt van plantgezondheid dit keer, maar vanuit het oogpunt van de menselijke gezondheid.”

Lees het hele artikel met wereldburger Godfrey Dol. De Nederlander die alles weet van telen in de semi-gesloten kas.

 

Dol-San. De meester van de semi-gesloten kas

Nederlander Godfrey Dol heet in Japan Dol-San. Het is de aanspreekvorm voor mensen met een zeker aanzien. De arbeidskrachten waarmee Dol werkt in Kasoaka, een Japanse stad gelegen tussen Hiroshima en Okayama, maken een diepe buiging voor de man die alles weet van telen in de semi-gesloten kas.

Het groezelige restaurant van Bastion Vlaardingen, ingeklemd tussen een web van rijkswegen, is niet echt de plek voor Godfrey Dol (58), maar is als interviewlocatie vooral praktisch. Hij komt net van kasautomatiseerder Hoogendoorn in Vlaardingen, gaat dan door naar zijn moeder in Apeldoorn en zit de volgende middag alweer in het vliegtuig naar Iran. Hij noemt zichzelf een wereldburger die zijn geld verdient met het geven van adviezen over telen in de semigesloten kas. In Nederland mag dit kastype geen doorslaand succes zijn, in de rest van de wereld des te meer.

Van laborant naar teler

Dol werkt al 35 jaar in het buitenland. Op zijn website (Glasshouse-consultancy.com) is een film te zien waar hij met Mohammed bin Ahmed Al Bowardi, minister van defensie van de Verenigde Arabische Emiraten en Mariam Hareb Almheiri, minister van voedselveiligheid van de Verenigde Arabische Emiraten, omgaat. Hij leidt de twee hoogwaardigheidsbekleders rond die net Al Dahra BayWa Greenhouse in Al Ain hebben geopend. Ooit begon hij als laborant na zijn studie: “Ik ging zonder enige teeltkennis werken bij een agrarisch bedrijf in Tabuk, een stad in Saoedi-Arabië. Zij hadden last van het feit dat hun planten geel werden. Dankzij mijn analytische laboratoriumachtergrond is dat probleem opgelost.” Nu wordt hij door buitenlandse investeerders gevraagd om zijn kennis van telen in een semi-gesloten kas te delen. “Ik heb die ervaring in de loop van mijn carrière ontwikkeld. De laborant die teler werd,” zegt hij bijna timide. “Nu ik met regelmaat over semi-gesloten kassen publiceer op onder andere LinkedIn en op mijn eigen blog weten investeerders in dergelijke complexen mij te vinden. Ze hebben geen teeltervaring, ik wel.”

 

 

“Ik heb de ervaring in de loop van mijn carrière ontwikkeld. De laborant die teler werd.”

Telen in de tropen

In de stad en streek Kasoaka is hij op dit moment betrokken bij het grootste tuinbouwproject in Japan. Smart Agribusiness Research & Alliance (SARA) ontwikkelde in samenwerking met de Nederlandse kassenbouwer Van der Hoeven en Hoogendoorn drie complexen waar sla, tomaat en paprika worden geteeld. Hiervoor heeft Dol in de Verenigde Arabische Emiraten de kas van Al Dahra BayWa helpen opstarten. Beide complexen zijn door Van der Hoeven als semi-gesloten kas gerealiseerd. Een volgende klus staat alweer klaar voor hem. “Hoeveel ik er heb gedaan?” zijn ogen twinkelen even. “Na Tabuk heb ik ook gewerkt in Amerika, Australië. Ik kom denk ik wel aan veertien projecten van in totaal over de 100 ha.”

Cooling pads

De semi-gesloten kas doet het vooral goed in omgevingen waar de buitentemperatuur hoog en luchtvochtigheid erg laag is, legt Dol het succes van dit kastype uit. “De buitenlucht van 45 graden Celsius en soms hoger wordt door een wand van cooling pads de klimaatkamer ingezogen. De ventilatoren blazen vervolgens de gekoelde lucht, die soms wel meer dan 10 graden Celsius lager is, via luchtkanalen in de kas. De kleine gaatjes in de slang verdelen de lucht gelijkmatig over de kas. Door het goed managen van koeling, maar ook de luchtvochtigheid, de schaduwschermen - in de tropen is een totale lichtsom van 3.300 Joule/cm2 per dag geen uitzondering - en ventilatoren kunnen in semi-gesloten kassen producten van hoge kwaliteit worden geteeld in zeer warme omgevingen.”

Miljarden monden voeden

De Nederlandse glastuinbouw is een enorme exportmotor. Net als onze vlees- en eiproductie gaat over de 80 procent van de productie naar het buitenland. Hoelang nog is de vraag als men de discussie over stikstof en andere milieubelastende zaken volgt. Daarnaast willen landen als de Emiraten loskomen van de import. De afhankelijkheid van het buitenland is te groot. Al Dahra BayWa Greenhouse is goed voor jaarlijks 3.000 ton tomaten. Voor Dol staat vast dat we beter kennis kunnen gaan exporteren. “De reputatie van de Nederlandse teler in het buitenland is goed. We hebben een unieke positie”, zegt hij met trots. “Maar we moeten wel werken om ons aan te passen aan het lokale klimaat. We hebben in Nederland een uniek buitenklimaat, dat in de gebieden waar ik werk niet voorkomt. Een Venlokas is beslist geen succes in een warm en vochtig klimaat. Toch moeten we in de verre toekomst 9 miljard monden voeden en de glastuinbouw zal daarvoor moeten gaan produceren.”

Kampioen in samenwerken

De kracht van de Nederlandse toeleveranciers is het goed kunnen samenwerken. Dat is bijvoorbeeld zichtbaar bij SARA in het Japanse Kasoaka. Dol: “We zijn daar in staat om een uiterst innovatief en vooral groot project te realiseren. Het klimaat in Kasoaka staat bekend om haar warme en vochtige zomers. Van der Hoeven heeft haar semigesloten kas ModulAir verbeterd met een systeem wat zij HACo noemen. Het binnenklimaat kan met HACo worden behandeld en gecontroleerd met de precisie van het semi-gesloten systeem, ondanks het best lastige tropische buitenklimaat. De Hoogendoorn iSii procescomputer (beschikbaar in de Japanse taal/red.) controleert de ModulAir- en HACo-uitrusting en het kasklimaat, het CO2-niveau en de irrigatie voor de planten. Daardoor werken de kassen uitstekend.”

“De reputatie van de Nederlandse teler in het buitenland is goed. We hebben een unieke positie.”

Meer weten over de beste klimaatoplossing voor uw teelt?

Loading…