Bij Looije gaat kwaliteit voor kwantiteit.
De meeste kassen in Spanje zijn bedekt met plastic. Glazen Venlo kassen zijn zo goed als onbekend. Tomatenteler Vincent Looije, afkomstig uit de beroemde Nederlandse tuindersdynastie, bouwt in Águilas op Spaanse wijze nieuwe kascomplexen, maar gebruikt wel Nederlandse kennis.
Twee pretogen spieden de kas af, een stevige lach volgt en met een lengte van bijna twee meter kan het niet missen: Vincent Looije is in de kas. Hij praat en grapt in rap Spaans met Rebeca Gallar, directeur techniek van Looije Aguilas SL, en grijpt soms naar zijn smartphone om te bellen. Meer dan eens zal hij zeggen dat hij de Spaanse cultuur heeft omarmd. Noem hem geen baas, ceo of jefe: “Teeltman past veel beter bij mij. Telen is mijn dingetje.” Zo is hij ook geportretteerd door schrijfster en journalist Annemieke Hendriks in haar boek ‘De tomaat en de bizarre wereld van vers voedsel’. Vincent: “Onze missie is om de consument te laten genieten van gezond voedsel. Verder probeer ik iets te doen voor de mensheid, iets toe te voegen.”
Onberispelijke tomaat
Bij Looije OPFH zijn twaalf telers uit de regio rond Águilas, een stad tussen Almeria en Murcia, aangesloten. Het is een soort coöperatie. “Doel is om cherrytomaten te telen van hoge kwaliteit. Het gaat hier om de smaak en minder om de hoeveelheid. Door samen te werken bereiken we dat”, vertelt Vincent Looije als hij in de avondzon op een bankje voor zijn kas zit. Op het vlak van kwaliteitsdenken heeft hij veel gemeen met broer Jos die in Nederland met zijn Honingtomaten en de Joyn-tomaat fors aan de weg timmert. De twee broers gingen rond de eeuwwisseling in Águilas van start om twaalf maanden per jaar tomaten te kunnen telen. “We teelden toen nog onbelicht in Nederland. In de winter teelden we dan onze tomaten in Spanje”, vertelt Vincent.
“In 2017 werd Spanje geheel losgekoppeld van het Nederlandse moederbedrijf, Looije Kwekers. We zijn geheel zelfstandig. Inmiddels hebben we een goed bedrijf opgebouwd, maar toen we hier begonnen was het best moeilijk. De doorbraak kwam toen we besloten alleen nog te gaan voor kwaliteit van de losse ronde cherrytomaat en de bulk aan anderen over te laten. Onze producten gaan naar snijderijen waar voor supermarkten kant-en-klare salades worden gemaakt. De tomaat moet dan onberispelijk zijn.”
“Onze missie is om de consument te laten genieten van gezond voedsel. Verder probeer ik iets te doen voor de mensheid, iets toe te voegen.”
Kwaliteit gaat voor groei
Looije doet zijn verhaal voor de kas waar het ooit 20 jaar geleden begon. Inmiddels staan er twee kascomplexen op het terrein van bij elkaar tegen de 8 ha, maar is er geen ruimte om verder te groeien. Het is een probleem waar veel Spaanse telers mee kampen. Terwijl in Nederland getracht wordt met nieuwe technologieën zoveel mogelijk kilo’s uit een hectare te halen, zoeken Spanjaarden het vooral in het bijbouwen van plastic kassen. Dit zuidelijke deel van Spanje wordt ook wel de plastic zee genoemd, omdat je praat over 32.000 ha kassen.
Looije kocht om die reden in de regio vorig jaar januari een terrein van 27 ha. “In stappen gaan we er kascomplexen op bouwen van in totaal achttien hectare. Dit jaar beginnen we met de eerste uitbreiding van vijf hectare”, gaat hij verder. “Het tempo hangt af van de wensen van onze afnemers. Groeien is geen doel. Het vasthouden van de kwaliteit, daar gaat het ons om.”
De onderneming investeert ook nog eens 4,5 miljoen euro in een inpak- en laadstation om jaarlijks 7 miljoen kg Sarita cherrytomaten in een klimatologisch geregelde ruimte te verpakken en op te slaan voor later transport. “Zo’n 30 procent van onze productie gaat naar Nederland. De rest gaat naar andere landen in Europa en blijft in Spanje.”
Rendement
Nee, alles wordt plastic, antwoord Vincent op de vraag of alles à la Nederland wordt, namelijk Venlokassen van glas. Hij haalt even een anekdote aan naar aanleiding van een gesprek met de grootste producent van tomaten in Spanje. “Zij halen het hoogste rendement vaak nog van percelen waar de tomaten buiten staan.” Hij wil ermee zeggen dat niet alles hightech hoeft te zijn om toch te kunnen produceren. “Glas is hier gewoon ongebruikelijk. Op dat vlak ben ik geheel geïntegreerd met de Spanjaarden. Maar verder zijn we modern in vergelijking met andere telers. Wij zitten hier met onze teeltwijze tussen Nederland en Spanje in. We passen verschillende soorten schermen toe, zoals de Luxous, om energie te besparen en de nachttemperatuur te verhogen. Klimaatcontrole is de sleutel naar een uniforme teeltomgeving. Vooral in de nachtelijke uren willen we geen grote temperatuurval. We stoken dan ook bij. Verder gebruiken we ook CO2 en telen we op substraat.” Looije OPFH behoort daarmee tot de modernere telers van Spanje, terwijl de rest laagtechnologisch is: niet verwarmd en in de grond.
Vincent benadrukt aan het eind van het gesprek dat zijn bedrijf ‘geen eiland’ is, maar volop onderdeel is van de sociale structuur. “Om die reden werk ik met lokale en regionale toeleveranciers en bouwers van onze nieuwe kassen.”
“KLIMAATCONTROLE IS DE SLEUTEL NAAR EEN UNIFORME TEELTOMGEVING.”