Mondiale zadenkluis op Spitsbergen: de ‘ark van Noach’
Zaden zijn het (werk)kapitaal van elke tuinder. Uit een piepklein zaadje ontspruit bijvoorbeeld een krop sla, komkommer of andere groente. Het is om die reden dat op Spitsbergen met grote zorg zaden worden gekoesterd voor het nageslacht: geen zaden, geen voedsel. Overheden richten er speciale magazijnen in om zaden te bewaren.
In de permafrost heeft de Noorse regering in 2008 de ‘moeder aller zadenkluizen’ laten bouwen op het eiland Spitsbergen (in het Noors Svalbard/red.). De drie identieke kluizen zijn in de 424 meter hoge berg, Platåfjellet, ingehakt. Het vriest er altijd. Vanuit de hoofdplaats Longyearbyen is de karakteristieke driehoekige ingang van de Svalbard Global Seed Vault makkelijk te bereiken. Vliegveld en haven liggen op steenworp afstand van de berg. Zaden uit gehele wereld kunnen makkelijk worden aangeleverd. Ver onder de grond zijn ze veilig tegen oorlogen en natuurrampen. Al is dat laatste door klimaatverandering deels in gevaar (lees kader).
Groentegenenbank
De kluizen bevatten zaden van vele tienduizenden soorten essentiële voedingsgewassen, zoals bonen, tarwe en rijst. Het gaat inmiddels om circa een miljoen gesealde plastic zakjes met zaden. Er is ruimte voor 4,5 miljoen stuks. De wereldzadenbank wordt dan ook wel gekscherend de ‘ark van Noach’ genoemd. Ook Nederland heeft er een enorme collectie zaden opgeslagen, zo blijkt uit de onuitputtelijke inhoudsbeschrijving op de website van de Global Seed Vault. Ongeveer twee keer per jaar stuurt Wageningen University & Research (WUR) nieuwe zaden naar Spitsbergen. Het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN) van de WUR beheert de Nederlandse genenbank in opdracht van de overheid. “Onze missie is om bij te dragen aan behoud en gebruik van plantaardige genetische diversiteit in internationaal verband. CGN investeert in kennisvermeerdering en zorgt voor volledige beschikbaarheid voor alle professionele gebruikers”, aldus clusterleider Theo van Hintum. “CGN wil de groentegenenbank van Europa zijn.”
Aleppo
De Global Seed Vault is geen gewone genenbank, waar wetenschappers zich direct kunnen aanmelden voor toegang tot zaden. De kluis is een veiligheidsvoorraad voor de lokale genenbanken als CGN. De zaden op Spitsbergen worden slechts gebruikt om waardevolle plantenrassen na te maken, waarvan de zaadcollecties in een lokale genenbank verloren zijn gegaan. Een dramatisch voorbeeld daarvan is het door (burger)oorlogen verscheurde Syrië. Wetenschappers uit het land hebben de zadenbank voor het eerst sinds het bestaan van de Svalbard Global Seed Vault gevraagd om toegang tot de zaden. Het betrof onder meer tarwegrassen die goed gedijen in een droog klimaat. Het International Center for Agricultural Research in the Dry Areas, dat eerst in het Syrische Aleppo zat en nu in Beiroet, vroeg ze terug. De oorlog maakte het onmogelijk om ervoor te zorgen dat materiaal van de lokale genenbank kan worden geregenereerd en gedistribueerd naar gebruikers over de hele wereld.
Dooi permafrost bedreigt zadenkluis
Nu het klimaat (helaas) verandert, is dat merkbaar op Spitsbergen. De permafrost is aan het ontdooien. Dat heeft consequenties voor de onaantastbaarheid van de zadenkluis. De afgelopen zomerperiode is de 100 meter lange tunnel naar de magazijnen in de berg onder water gelopen als gevolg van smeltwater. Statsbygg, adviseur van de Noorse overheid voor onder andere gebouwen, is verantwoordelijk voor alle technische facetten van de kluis en is begonnen met het nemen van maatregelen. “De zaden zijn nooit bedreigd geweest door het ontdooiende water, en blijven veilig tijdens de uitvoering van de maatregelen”, stelt Hege Njaa Aschim van Statsbygg. “Drainagegoten zullen in de berghelling worden gegraven om te voorkomen dat smeltwater van de Platåfjellet zich rond de toegangstunnel verzamelt. Verder zullen de tunnelwanden waterdicht worden gemaakt. Voor de veiligheid van de zaden op de lange termijn voeren we een studie uit naar een nieuwe toegangstunnel: ‘better safe than sorry’. Wereldwijd is en blijft de Global Seed Vault de veiligste back-up van gewasdiversiteit.”